In haar memoir Sociopaat beschrijft Patric Gagne hoe ze al sinds haar kinderjaren voelt dat ze anders is: ze kent vrijwel geen angst, schuldgevoel of empathie. Eigenlijk voelt ze niets, tenzij ze steelt, inbreekt of zelfs geweld gebruikt. Later ontdekt ze dat er een woord is voor mensen zoals zij: sociopaat. Maar hoewel ze zich meteen herkent in de officie?le beschrijving daarvan, ziet ze ook direct dat dit niet het hele verhaal is. Ze heeft haar leven uitgestippeld, hechte relaties en vriendschappen opgebouwd, en doet (meestal) haar best om te vermijden dat ze anderen pijn doet.
Terwijl ze probeert om haar duistere impulsen te onderdrukken en ondertussen een stabiel, liefdevol gezinsleven op te bouwen, vraagt ze zich af hoe sociopaten een plek kunnen vinden in de maatschappij. En komt ze daarachter voordat ze zelf te ver gaat?
In Sociopaat vertelt Gagne meedogenloos eerlijk over haar leven, geeft ze een fascinerend kijkje in haar brein e?n wil ze bewijzen dat de miljoenen mensen die haar diagnose delen niet per definitie monsters zijn.