Narcisme versus zelfliefde
Blij zijn met jezelf: prima natuurlijk. Maar eigenliefde kan ook doorslaan in narcisme. Of heeft de egotripper eigenlijk helemaal niet zo’n fantastisch zelfbeeld? En heb je een bepaalde dosis narcisme nodig om iets te bereiken in dit leven?
Het meisje in het vliegtuig tuurde naar haar telefoon. Langzaam scrolde ze door haar foto’s. Een heimelijke blik in haar richting verried dat het foto’s waren van haarzelf. Tientallen, misschien wel honderden selfies waarop het meisje een wat pruilende gezichtsuitdrukking probeerde te perfectioneren. Urenlang, de hele vlucht, ging ze door haar eigen beeltenissen heen, ze bestuderend, keurend, selecterend. Kijkend naar zichzelf, naar foto’s die ze gemaakt had terwijl ze óók naar zichzelf keek. Gevangen in een cirkel van weerspiegelingen, net als de oogverblindende Narcissus, het personage uit de Griekse mythologie. Toen deze jongeling zich op een dag dorstig over een bron boog en zijn eigen betoverende beeld weerspiegeld zag, werd hij direct smoorverliefd. Hij kon zich niet meer losrukken, blééf maar staren naar zichzelf en kwijnde uiteindelijk weg. De nimf Echo, die op haar beurt tevergeefs verliefd was op de ijdele Narcissus, liet na zijn dood een narcis groeien aan de oever van het water.
LEKKER LABELEN
Narcisme is een modewoord, een etiket waarmee we elkaar graag om de oren slaan. Het nieuwe ADHD, zeg maar. Of: de narcist is de nieuwe autist. Logisch dat we zo van die stempels houden, want het maakt de boel wel zo overzichtelijk. Die lul van een baas die jou steeds achter de broek zit? Dat is gewoon een narcist! Zodra je hem tot patiënt hebt gebombardeerd, is-ie meteen een stuk minder bedreigend. Zo wordt er ook graag gesproken over het ‘narcistische tijdperk’ waarin we zouden leven. Hou je ervan om in de spotlights te staan? Dat riekt naar narcisme. Facebook en Instagram? Narcistisch. De selfiecultuur? Puur narcisme. De hoogste baas van de VS? Een narcist, en wel een van de kwaadaardigste soort, dat kun je van verre al zien. Het is allemaal lekker labelen natuurlijk, maar het maakt de term narcisme wel aan inflatie onderhevig. Want zoals niet iedereen die z’n boeken op kleur zet meteen lijdt aan Asperger, is ook niet elke ijdeltuit direct een die hard narcist.
Dat het meisje in het vliegtuig een narcist is, kun je dan ook niet zomaar roepen. Al voerde ze een vrij letterlijke versie van de Griekse mythe op, narcisme is meer dan opgaan in jezelf en een overmaat aan eigenliefde. Het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5), dat beschouwd wordt als de standaard in de psychiatrische diagnostiek, beschrijft de narcistische persoonlijkheidsstoornis als een diep doordringend patroon van grootsheid, zowel in gedrag als fantasie, een grenzeloze behoefte aan bewondering en gebrek aan inlevingsvermogen. De narcist doet er alles aan om in zijn grandiositeit te worden bevestigd en gebruikt daarvoor ook andere mensen. Hij is niet gediend van kritiek en zal nooit de hand in eigen boezem steken, want alles wat fout gaat, ligt buiten hemzelf. Overigens kan voor ‘hij’ ook ‘zij’ gelezen worden, al komt narcisme wel vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
‘Niet elke ijdeltuit is een die hard narcist’
KILLE KERN
Maar modewoord of niet, uit diverse onderzoeken blijkt dat er wel degelijk sprake is van een toename in narcistische trekken. Een Amerikaanse studie stelde de mate van narcisme vast bij 16.000 studenten, en constateerde een stijging van 30 procent in iets meer dan een kwart eeuw. Onderzoek van hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen aan de Radboud Universiteit wijst uit dat leerlingen van tegenwoordig niet alleen assertiever, extraverter, mondiger en vrijer zijn, maar ook materialistischer, gemakzuchtiger, agressiever, impulsiever en egocentrischer – allemaal aanwijzingen voor narcisme.
Hoe wordt deze persoonlijkheidsstoornis nu eigenlijk veroorzaakt? De deskundigen zijn het erover eens dat die al in de vroege jeugd ontstaat. Je zou het niet denken, maar een narcist heeft eigenlijk een heel laag zelfbeeld en is helemaal niet zo blij met zichzelf. Volgens Martin Appelo, psycholoog en zelfverklaard narcist, komt dit voort uit een ‘instabiele basis’. Het doet zich voor bij mensen die als kind geen geborgenheid kenden, die zich niet veilig konden hechten en al jong het gevoel hadden dat ze er niet toe deden. In plaats van een eigen identiteit creëerden zij een angstige, depressieve kern. ‘Ergens vanbinnen knaagt iets. Het is donker, koud, alleen of leeg’, schrijft Appelo in zijn boek Een spiegel voor narcisten. ‘Je wilt er vandaan, net doen alsof het er niet is. Daarom blaas je jezelf op en overschreeuw je jezelf. Je ontkent elke vorm van kwetsbaarheid en benadrukt hoe bijzonder en belangrijk je bent.’ Narcisme als zelfbeschermingsmechanisme dus, om die kille kern maar niet te hoeven voelen, maar die juist veroorzaakt wat de narcist wil voorkomen. Appelo: ‘Hij hunkert naar geborgenheid en erkenning, maar doet dit op zo’n negatieve manier dat hij mensen van zich afstoot.’ Toch zal hij zijn eigen aandeel niet zien, omdat zelfreflectie hem vreemd is. Dat maakt het dan ook zo’n moeilijk behandelbare stoornis.
ACHTERBANKKINDEREN
Behalve een gebrek aan veiligheid en liefde in de kindertijd is er nog een voedingsbodem voor narcisme: een teveel aan ouderlijke zorg en bescherming. Volgens hoogleraar psychologie Jan Derksen is het die vorm van narcisme die momenteel in opkomst is. Hij wijt dat aan de huidige samenleving, waarin vrij opvoeden de norm is en het eigen geluk centraal staat. ‘Een kind dat overmatig is geprezen en weinig is geremd, loopt de kans zichzelf beter te voelen dan anderen; superieur aan zijn sociale omgeving’, schrijft hij in zijn boek Het narcistisch ideaal. Volgens Derksen is het juist de taak van ouders om het zelfbeeld van hun kind te relativeren. En zo nodig zelfs te frustreren, zodat het leert dat zijn behoeften niet altijd direct worden bevredigd en het een realistisch zelfbeeld krijgt. En dat frustreren, meent de hoogleraar stellig, is nu precies wat ouders in deze tijd te weinig doen. Daarmee voeden ze een generatie verwende ‘achterbankkinderen’ op, die overal met de auto heen gebracht worden, behoed worden voor tegenslag, te weinig uitdaging krijgen en zichzelf als middelpunt van de wereld beschouwen. Deze achterbankgeneratie, aldus Derksen, dreigt uit te groeien tot een stelletje narcisten zonder verantwoordelijkheidsgevoel, onvoorbereid op het echte leven en bij het minste geringste depressief of burned-out. ‘Tropische vissen, verdwaald in de Noordzee’ noemt hij ze zelfs.
BRON VAN LEED
Je kunt je natuurlijk afvragen of Derksen overdrijft. Maar stel dat hij een punt heeft: is het niet ook zo dat je in deze individualistische en op status gerichte maatschappij, waarin de nadruk op zelfontplooiing ligt, je wel met jezelf bezig móét zijn, wil je het een beetje kunnen redden? Of om überhaupt dingen te bereiken die belangrijk voor je zijn? Volgens de Amerikaanse psychotherapeut Craig Malkin kun je ook een gebrek aan narcisme hebben.
Echoïsme noemt hij dat, naar de nimf die maar bleef smachten naar dat wat ze niet kon krijgen en die haar eigen stem verloor. Malkin ontwikkelde een nieuwe narcisme-vragenlijst die een teveel, maar ook een tekort aan narcistische trekjes in kaart brengt. Wat blijkt: de echte laagscoorders mogen dan het meest bescheiden en vriendelijk zijn, ze zijn niet per se gelukkiger. Ze stellen zich vaak afhankelijk op van anderen, gaan minder vaak fijne relaties aan en hebben last van gevoelens als minderwaardigheid, eenzaamheid, onzekerheid en depressiviteit. Met andere woorden, aldus Malkin: het leven gaat je beter af met een licht opgeblazen zelfbeeld. ‘Gezond narcisme’ noemt de wetenschapper dat. Overigens kunnen niet al zijn vakgenoten zich vinden in die term.
Eddie Brummelman is docent aan de Universiteit van Amsterdam en doet onderzoek naar narcisme en zelfwaardering. ‘Gezond narcisme’ bestaat niet, zegt hij, want het betreft een persoonlijkheidsstoornis die per definitie een bron van leed is. In zijn boek Bewonder mij! Schrijft hij: ‘Narcisten zeggen dat ze gelukkig zijn, maar dat gevoel verdwijnt als sneeuw voor de zon wanneer de bewondering van anderen uitblijft. Soms voelen ze zich daardoor zo leeg, dat ze terugvallen op alcohol of andere drugs. Narcist-zijn is een fulltimebaan, maar niet een die mensen met plezier vervullen.’
GEZONDE ZELFWAARDERING
Wanneer mensen het hebben over een ‘gezonde dosis narcisme’, bedoelen ze eigenlijk een gezonde dosis zelfwaardering, vervolgt Brummelman. En ja, die heb je wél nodig om een goed zelfgevoel te ontwikkelen. Mensen die tevredener zijn met zichzelf, blijkt uit onderzoek, zijn beter in staat het beste uit zichzelf te halen. Ze zijn succesvoller en gelukkiger in het leven, hebben meer veerkracht en gaan gelijkwaardiger relaties aan. Ze voelen zich niet superieur, zoals de narcist, maar wel waardevol en worden uiteraard graag gewaardeerd, maar zijn niet verslaafd aan bewondering. En waar narcisme kan leiden tot een levenslange hunkering naar de goedkeuring van anderen, maakt zelfwaardering dat je je met anderen kunt verbinden en dat je kunt opkomen voor je eigen behoeften. En ook dat je je soms speciaal voelt en daar gewoon van mag genieten.
- Dit is een artikel uit de luxueuze bookazineserie: Vandaag nog... en anders morgen!