Leiderschap
Terug naar het overzicht
Blogs, interviews en meer
De drie essentiële schuifjes voor trainers
Speel je een instrument? Toevallig een basgitaar? Ik niet. Maar meegesleurd door het enthousiasme van een bevriende muzikant en muziekdocent, ben ik wel gaan kijken naar de online lessen van ene Scott Devine. Die door tien duizenden mensen gevolgd wordt. Ik was erg benieuwd wat maakt dat hij (naast zijn effectieve marketing) ook als leraar zo enorm populair is.
Allereerst een klein experimentje
Denk eens terug aan de eerste leraar, trainer of docent van vroeger, die echt impact op je heeft gehad. Die je je nu nog kan herinneren, als de dag van gisteren. Zie je hem of haar voor je? Beantwoord dan de volgende vraag: Wat maakt dat je deze persoon nu nog op je netvlies hebt staan. Waar zit het ‘m in? Noteer dit in steekwoorden, puur voor jezelf. Bewaar je antwoord nog even. Ik kom er straks op terug.
Het succes van Scott
Ik vroeg onze muzikantenvriend: wat maakt dat je zo laaiend enthousiast bent over deze Scott? Zijn letterlijke antwoord: “Het is een combinatie van dingen:
Allereerst is hij echt kundig. Hij springt eruit door zijn spel. Hij slaat 2 noten aan en dan gebeurt er ook iets. Wat hij doet op dat instrument is gewoon goed.
Je hebt van die muzikanten die iets voorspelen en zeggen: ‘dat doe je gewoon zo’. Tja, doe dat dan maar eens na. Scott is daarentegen wel in staat om het helemaal voor je terug te brengen naar kleine stapjes en je daarin mee te nemen. Ook voor absolute beginners is hij daardoor heel goed te volgen. Ook al zit hij zelf op expert-niveau.
- Hij heeft er echt ongelooflijke lol in. Of hij nu een eenvoudige toonladder speelt voor beginners of een complexe les geeft voor gevorderden. Zijn stijl blijft hetzelfde en ontzettend aanstekelijk. Hij doet het met evenveel liefde en passie. Het is echt en het lijkt geen gespeelde lol.
- Hij refereert veel aan zichzelf. “Hier heb ik zelf gewoon honderden uren op geoefend”. Hij is eerlijk en spiegelt je niet voor dat je het zomaar even zou kunnen.
- Terwijl hij aan het spelen is legt hij ook van alles uit. En dat gaat wel eens mis. In zijn uitleg en in zijn spel. Die fouten knipt hij er niet uit. “I have to practice more”, zegt hij dan met een smile.
- Zijn filmpjes zijn niet super mooi en gelikt. Hij zit soms gewoon lekker op z’n bank in de huiskamer te spelen. Hij neemt er de tijd voor. Het is eigenlijk best een ouwehoer. En dan ook nog in een behoorlijk accent. In ieder geval geen hoogstaand ‘British’.”
Het mengpaneel van de trainer. Hoe gaaf is dat! Deze basgitarist blijkt precies die 3 schuifjes te gebruiken voor echt effect waar ik in geloof. Met dolenthousiaste deelnemers en vele volgers als gevolg.
- Hij heeft veel expertise: weet enorm veel over basgitaar spelen.
- Hij beschikt ook over didactische kennis en vaardigheden: brengt de leerstof terug naar kleinere stappen, kan goed uitleggen aan zowel beginners als gevorderden, bouwt zijn les op van tips, naar het doen van kleine tussenoefeningen, richting het spelen van een stuk.
- Hij laat zichzelf zien: heeft lol, is open, durft ook fouten te maken, is oprecht, hij voelt echt.
- Het zijn net de schuifjes op een mengpaneel. Ze moeten alle drie gebalanceerd open staan voor het beste effect.
De eerste 2 schuifjes krijgen vaak volop aandacht van onszelf, in ons streven een goede trainer te zijn. Doordat echter ook het derde schuifje open staat, je persoon, kan er pas echt veilig geleerd worden. Doordat er oprechtheid is, een gelijkwaardig en fijn contact tussen trainer/docent en deelnemer. Of zoals onze muziekvriend heel treffend zei over Scott: “Het voelt alsof je in zijn kamertje tegenover hem zit. Alsof hij het heeft tegen jou. Hij maakt het persoonlijk. Alsof je een band met hem hebt”.
Weer terug naar de leraar of trainer die onvergetelijk is voor jou
Ik durf erom te wedden dat deze 3 ingrediënten ook terugkomen in jouw antwoord (en ik hoor het heel graag als het anders is! :))
Hij/zij wist veel over geschiedenis, biologie, handbal, vul maar in (1. Inhoudelijke kennis). Kon je die ene wiskunde formule zo uitleggen dat je het eindelijk snapte, of je een oefening geven waardoor je merkte dat je vooruit ging (2. Didactische kennis en vaardigheden). En vertelde geweldige verhalen, gaf ook aan als hij fout zat, kon je ontzettend mee lachen, vond jou leuk, deed ook dingen die eigenlijk niet mochten, was vol passie en enthousiasme, was echt geïnteresseerd in jou, etc. (3).
Mijn conclusies…
De keren dat ik zo bezig was het heel goed en liever nog perfect te doen, alles te weten, vergat ik volledig schuifje nr.3. Door ‘Mijn Persoon’ niet aan te zetten, heb ik mijn deelnemers juist iets onthouden in plaats van dat ik de perfecte trainer was. Door jezelf te dienen, kun je je deelnemers dienen. Focus niet alleen op schuifjes 1 en 2. Alleen schuifje 3 open zetten (grappig, dolenthousiast zijn, open, noem maar op) werkt ook niet. Ik merk het al aan mijn kinderen op de basisschool. Een enorm leuke leraar die gericht is op een lolletje is eventjes leuk, maar na een tijdje wordt er toch gezegd: ‘Het is best gezellig, hoor. Maar we leren niet bijzonder veel’. || De drie schuifjes zijn allemaal van belang. Zijn ze ook alle drie even doorslaggevend? || Of is er eentje die de andere overstemt? Een schuifje dat meer invloed heeft?
Vanuit wetenschappelijk onderzoek bekeken
Er is vrij weinig onderzoek gedaan naar de succes-ingrediënten van training. Maar des te meer van therapie en een beetje van coaching. Hieruit komt naar voren dat de bijdrage van specifieke technieken (scholen, protocollen, structuren, vaardigheden) zo goed als verwaarloosbaar is. Om precies te zijn: de bijdrage van specifieke technieken aan zelfverandering van de cliënt (verandering buiten de gesprekken) is < 8 %.Gemeenschappelijke ingrediënten voor succes zijn: de kwaliteit van de relatie, de persoon van de therapeut/coach en de omstandigheden van de cliënt, waarbij we die laatste niet echt kunnen beïnvloeden. De bijdrage van deze zogenaamde ‘common factors’ is > 80 %. Heel simpel gezegd: het maakt niet zo heel veel uit wat je precies doet, als je maar zorgt voor een goede relatie tussen jou en je cliënt. En dat je congruent bent als therapeut/coach (echt, open, authentiek in de interacties met de cliënt). Het is natuurlijk de vraag hoe overdraagbaar deze resultaten zijn naar trainingen. En of schuifje nummer 3, het meest essentieel is voor echt effect. Dan zou het gevoel “alsof je samen met hem in zijn kamertje zit” doorslaggevend zijn voor Scott’s enorme succes. Eén ding is zeker. Op zijn minst kunnen we concluderen dat dit schuifje absoluut open moet staan en zeker niet het ondergeschoven kindje mag zijn. Het gaat er om dat je je vak beheerst én je persoon benut.
Deze blog is geschreven door Marleen de Bruijn,