Persoonlijke ontwikkeling
Terug naar het overzicht
Blogs, interviews en meer
Niet de problemen zelf maken het ons zo moeilijk
Het is de manier waarop we tegen deze problemen aankijken.
Je gespannen of kwetsbaar voelen als er een probleem of vervelende situatie ontstaat, is een hele natuurlijke emotie. Die ook goed en zelfs noodzakelijk is in bepaalde situaties, want kwetsbaarheid, onzekerheid en spanning houden je scherp. Zodat je niet overhaast een beslissing neemt of tot actie overgaat. Of zodat je juist wel snel reageert bij een reële dreiging.
Het is alleen niet de bedoeling dat deze emoties de overhand krijgen en je onderuithalen, en je daardoor niet verder komt in je leven. Als dat wel het geval is, kun je daar iets aan doen. Met behulp van RET (Rationele Effectiviteits Training) breng je je gevoel naar een acceptabel niveau (terug), zodat emoties je niet in de weg staan om je doelen te bereiken.
Je manier van denken bepaalt hoe je je voelt en hoe je je gedraagt. Dat is het uitgangspunt van RET, een methode in de psychologie waarmee je je eigen denkpatronen kunt aanpassen. Door de RET toe te passen in situaties waarin je je geraakt voelt, krijg je inzicht in wat je emoties veroorzaakt en kun je meer sturing aan dat gevoel geven, zodat je beter kunt handelen. Want door de kwetsbaarheid en de angst die bepaalde gedachten bij je oproepen, loop je het risico minder te presteren dan je eigenlijk zou kunnen. En blijf je stilstaan terwijl je eigenlijk verder wilt komen, of doe je dingen waar je later spijt van krijgt.
B = gedachte, overtuiging over die situatie
C = emotie en reactie.
Volgens de RET wordt C (de emotie en reactie) niet veroorzaakt door A (de aanleiding of gebeurtenis), maar door B (de gedachte die je hebt bij A). Als er namelijk iets gebeurt, vinden er in je hoofd drie dingen plaats:
Je neemt de gebeurtenis waar (feitelijke beschrijving)
Je interpreteert de gebeurtenis (betekenis geven)
Je evalueert de gebeurtenis (waarde geven).
Mensen interpreteren en evalueren de gebeurtenissen niet alleen anders, ze nemen ze ook anders waar. Luister maar eens naar mensen die een ongeluk beschrijven. Als er vijf mensen zijn, krijg je vijf verschillende verhalen. Natuurlijk komen er delen van die verhalen overeen, maar ze zijn zeker niet voor 100% hetzelfde.
Geen wonder dus dat mensen anders reageren op dezelfde gebeurtenis. Ter versterking onderstaand voorbeeld, waarin Simone en Richard totaal anders reageren op dezelfde situatie. Met twee verschillende reacties op dezelfde gebeurtenis, waarbij 1. een RET-reactie is.
B (betekenis geven): Simone denkt dat Martijn een slechte dag heeft. Hij heeft het ook niet makkelijk met zijn vier kinderen en zijn drukke managersbaan. Iedereen kan wel eens uit zijn slof schieten als het te veel wordt. Dan kan het minste geringste aanleiding geven voor een uitbarsting. Dat is niets persoonlijks.
C (waarde geven): Simone vond het geen plezierige ervaring, en wil op een rustig moment nog even terugkomen op de gebeurtenis om het uit te praten met Martijn, maar ze ligt er niet wakker van.
B (betekenis geven): Richard denkt dat Martijn van zijn werknemers af wil en hen vanaf nu op de vingers zal kijken, zodat alle (kleine) fouten zullen worden gebruikt om een dossier op te bouwen voor ontslag. Richard denkt dat hij zonder baan niets waard is.
C (waarde geven): Richard is flink van streek en voelt zich kwetsbaar, bang en geïntimideerd. Hij weet niet hoe hij met Martijn moet omgaan en is ervan overtuigd dat hij zijn baan kwijt raakt.
Natuurlijk kan de negatieve interpretatie van Richard uiteindelijk blijken te kloppen, maar de conclusie is wat voorbarig en staat hem in de weg. Op zijn werk én privé, omdat hij van het ergste uitgaat, zich onveilig voelt op zijn werk en dit hem thuis ook onderuithaalt.
Dit is een duidelijk voorbeeld van hoe overdreven en krom onze gedachtegangen kunnen zijn wanneer er een vervelende gebeurtenis plaatsvindt. In de beleving van Richard krijgt de gebeurtenis bijna het karakter van een levensbedreigend gevaar, dat bij hem het daarbij horende (instinctieve) gevoel van angst oplevert.
Wat maakt mij waardeloos als persoon als ik fouten maak? Wat maakt mij waardeloos als persoon als ik ontslagen word?
Wat is het ergste wat kan gebeuren als ik zonder baan kom te zitten?
Door deze vragen te stellen, kan Richard zijn gedachten uitdagen en ter discussie stellen. Richard kan dan zijn sterke emotionele reactie verminderen door rationele gedachten te formuleren. De RET zegt niet dat je geen gevoelens mag hebben of dat je positief moet denken. Het geeft je alleen handvatten om je emoties en je reacties daarop te sturen. Hanteerbaar te maken. Te vervangen door emoties en reacties die wel rationeel zijn. Zo zitten je eigen emoties je niet meer in de weg en kom je verder in je werk en in je leven.
Het is alleen niet de bedoeling dat deze emoties de overhand krijgen en je onderuithalen, en je daardoor niet verder komt in je leven. Als dat wel het geval is, kun je daar iets aan doen. Met behulp van RET (Rationele Effectiviteits Training) breng je je gevoel naar een acceptabel niveau (terug), zodat emoties je niet in de weg staan om je doelen te bereiken.
Je manier van denken bepaalt hoe je je voelt en hoe je je gedraagt. Dat is het uitgangspunt van RET, een methode in de psychologie waarmee je je eigen denkpatronen kunt aanpassen. Door de RET toe te passen in situaties waarin je je geraakt voelt, krijg je inzicht in wat je emoties veroorzaakt en kun je meer sturing aan dat gevoel geven, zodat je beter kunt handelen. Want door de kwetsbaarheid en de angst die bepaalde gedachten bij je oproepen, loop je het risico minder te presteren dan je eigenlijk zou kunnen. En blijf je stilstaan terwijl je eigenlijk verder wilt komen, of doe je dingen waar je later spijt van krijgt.
RET maakt gebruik van het ABC-model:
A = aanleiding, gebeurtenisB = gedachte, overtuiging over die situatie
C = emotie en reactie.
Volgens de RET wordt C (de emotie en reactie) niet veroorzaakt door A (de aanleiding of gebeurtenis), maar door B (de gedachte die je hebt bij A). Als er namelijk iets gebeurt, vinden er in je hoofd drie dingen plaats:
Je neemt de gebeurtenis waar (feitelijke beschrijving)
Je interpreteert de gebeurtenis (betekenis geven)
Je evalueert de gebeurtenis (waarde geven).
Mensen interpreteren en evalueren de gebeurtenissen niet alleen anders, ze nemen ze ook anders waar. Luister maar eens naar mensen die een ongeluk beschrijven. Als er vijf mensen zijn, krijg je vijf verschillende verhalen. Natuurlijk komen er delen van die verhalen overeen, maar ze zijn zeker niet voor 100% hetzelfde.
Geen wonder dus dat mensen anders reageren op dezelfde gebeurtenis. Ter versterking onderstaand voorbeeld, waarin Simone en Richard totaal anders reageren op dezelfde situatie. Met twee verschillende reacties op dezelfde gebeurtenis, waarbij 1. een RET-reactie is.
1. Rationele reactie
A (feitelijke beschrijving): Leidinggevende Martijn valt uit tegen werknemers Simone en Richard vanwege een kleine fout en roept dat ze waardeloos zijn.B (betekenis geven): Simone denkt dat Martijn een slechte dag heeft. Hij heeft het ook niet makkelijk met zijn vier kinderen en zijn drukke managersbaan. Iedereen kan wel eens uit zijn slof schieten als het te veel wordt. Dan kan het minste geringste aanleiding geven voor een uitbarsting. Dat is niets persoonlijks.
C (waarde geven): Simone vond het geen plezierige ervaring, en wil op een rustig moment nog even terugkomen op de gebeurtenis om het uit te praten met Martijn, maar ze ligt er niet wakker van.
2. Irrationele reactie
A (feitelijke beschrijving): Leidinggevende Martijn valt uit tegen werknemers Simone en Richard vanwege een kleine fout en roept dat ze waardeloos zijn.B (betekenis geven): Richard denkt dat Martijn van zijn werknemers af wil en hen vanaf nu op de vingers zal kijken, zodat alle (kleine) fouten zullen worden gebruikt om een dossier op te bouwen voor ontslag. Richard denkt dat hij zonder baan niets waard is.
C (waarde geven): Richard is flink van streek en voelt zich kwetsbaar, bang en geïntimideerd. Hij weet niet hoe hij met Martijn moet omgaan en is ervan overtuigd dat hij zijn baan kwijt raakt.
Natuurlijk kan de negatieve interpretatie van Richard uiteindelijk blijken te kloppen, maar de conclusie is wat voorbarig en staat hem in de weg. Op zijn werk én privé, omdat hij van het ergste uitgaat, zich onveilig voelt op zijn werk en dit hem thuis ook onderuithaalt.
Dit is een duidelijk voorbeeld van hoe overdreven en krom onze gedachtegangen kunnen zijn wanneer er een vervelende gebeurtenis plaatsvindt. In de beleving van Richard krijgt de gebeurtenis bijna het karakter van een levensbedreigend gevaar, dat bij hem het daarbij horende (instinctieve) gevoel van angst oplevert.
De volgende stap
Aan het ABC-model worden nu D en E toegevoegd om de gedachten over de gebeurtenis te sturen.
D = discussie over en uitdagen van de gedachte.
Wat is er feitelijk gebeurd? Hoe bruikbaar is je gedachte, wat kun je ermee? Wat is het ergste wat kan gebeuren naar aanleiding van deze gebeurtenis?
E = effectieve nieuwe gedachte en emotionele reactie.
In het voorbeeld kan Richard zich de volgende vragen stellen:
Wat maakt mij waardeloos als persoon als ik fouten maak? Wat maakt mij waardeloos als persoon als ik ontslagen word?
Wat is het ergste wat kan gebeuren als ik zonder baan kom te zitten?
Door deze vragen te stellen, kan Richard zijn gedachten uitdagen en ter discussie stellen. Richard kan dan zijn sterke emotionele reactie verminderen door rationele gedachten te formuleren. De RET zegt niet dat je geen gevoelens mag hebben of dat je positief moet denken. Het geeft je alleen handvatten om je emoties en je reacties daarop te sturen. Hanteerbaar te maken. Te vervangen door emoties en reacties die wel rationeel zijn. Zo zitten je eigen emoties je niet meer in de weg en kom je verder in je werk en in je leven.
Meer weten over RET?