Persoonlijke ontwikkeling
Terug naar het overzicht
Blogs, interviews en meer
Inleiding assertief - subassertief - agressief gedrag
Hoe ver mogen je baas, je collega’s of je klanten bij jou gaan? Wat zijn je grenzen en kunnen de mensen in je omgeving die passeren? Kijken of het je lukt om de komende week, zodra de situatie zich voordoet, op een assertieve wijze een verzoek te doen óf op assertieve wijze een verzoek te weigeren. Denk je dat je eerst nog wat meer bagage nodig hebt om deze stap te zetten? Het boek Hoe word ik assertiver? helpt je met het nemen van die eerste drempels.
Hoe vaak gebeurt het jou dat je aan het einde van de dag met een knagend gevoel zit? Omdat je ja zei, toen je nee had willen zeggen. Of dat je maar blijft piekeren, misschien ben je zelfs boos op jezelf, omdat je je mond wéér niet opentrok bij die discussie. En dat terwijl je er echt wel een mening over hebt, maar ‘wie zit nou op jouw mening te wachten?’. Met als resultaat dat het besluit haaks staat op wat je zelf als juiste uitkomst ziet. Een gemiste kans. Voor jou.
Zeggen wat er in je om gaat. Laten horen hoe jij ergens over denkt. Laten zien wat je voelt. Voor jezelf opkomen. Dat hoort allemaal bij ‘assertief gedrag’. Assertiviteit is iets van alledag. Thuis, op je werk, in je vriendengroep. Op de ene plek en in bepaalde situaties zal je steviger in je schoenen staan dan ergens anders. Maar staan voor wie je bent en opkomen voor jouw waarden mág en kán overal. Tenminste…als je dat doet door 'assertief' te handelen.
Door inzicht te krijgen in de drie verschillende gedragingen en de effecten daarvan, wordt het eenvoudiger om toe te werken naar een nieuwe, assertieve jij.
* Je beschermt je rechten. Je respecteert rechten van anderen.
* Je bereikt je doel zonder anderen onnodig te kwetsen.
* Je bent tevreden met jezelf. Je hebt gepaste zelfwaardering.
* Je bent sociaal en expressief.
* Je kiest zelf.
* Je houding is relatieversterkend.
* Je laat anderen misbruik van je maken.
* Je bereikt (vaak) je doel niet.
* Je voelt je gefrustreerd, gekwetst en geïrriteerd.
* Je stelt je aanpassend, voorzichtig en geremd op.
* Je laat anderen voor je kiezen.
* Je houding is op termijn relatieverstorend.
* Je maakt misbruik van anderen.
* Je bereikt je doel ten koste van anderen.
* Je bent defensief, vechtlustig.
* Je toont geen respect voor anderen.
* Je reageert explosief, onvoorspelbaar en vijandig.
* Je bemoeit je met de keuzes van anderen.
* Je houding is relatieverstorend.
Leuk deze rijtjes, waarbij je mogelijk per omschrijving direct een gezicht van iemand voor je hebt. Maar hoe vertaal je dit nu naar jezelf? Naar je eigen assertiever handelen?
Probeer de komende periode eens of je de interpretaties die je maakt van het gedrag van anderen, kunt onderbouwen met observaties. Wat zijn de feiten en wat zijn conclusies die je er zelf aan verbindt?
Observeer vervolgens mensen die je bewondert om hun assertiviteit en zelfvertrouwen. Hoe brengen zij hun boodschap? En op welke manier ondersteunen zij die boodschap via hun non-verbale gedrag. Wat kun je daarvan leren?
Anderen nemen de ruimte in, die jij ze geeft. Als je zelf niet aangeeft wat je denkt, voelt en wilt, nodig je anderen uit over je heen te lopen. Dit gebeurt niet uit kwade wil, maar omdat zij niet weten wat er in je om gaat en waar jouw grenzen liggen. ‘Assertief zijn’ wil niet zeggen dat je altijd maar probeert je zin te krijgen. Het wil zeggen dat je helder aangeeft hoe je over iets denkt en wat je wilt.
Wanneer je niet gewend bent voor jezelf op te komen, zul je het moeilijk vinden dit opeens wel te doen. Je bent misschien bang dat anderen je niet meer zullen mogen. Maar uiteindelijk vergroot je juist je zelfrespect en het respect van anderen voor je gevoelens en wensen wanneer je deze rustig en duidelijk naar voren brengt.
Spreek daarbij in de ik-vorm en maak je boodschap zo concreet mogelijk. Gebruik zoveel mogelijk het werkwoord ‘willen’ in plaats van ‘niet kunnen’ of ‘moeten’.
Zeggen wat er in je om gaat. Laten horen hoe jij ergens over denkt. Laten zien wat je voelt. Voor jezelf opkomen. Dat hoort allemaal bij ‘assertief gedrag’. Assertiviteit is iets van alledag. Thuis, op je werk, in je vriendengroep. Op de ene plek en in bepaalde situaties zal je steviger in je schoenen staan dan ergens anders. Maar staan voor wie je bent en opkomen voor jouw waarden mág en kán overal. Tenminste…als je dat doet door 'assertief' te handelen.
Assertief – subassertief en agressief gedrag
Door inzicht te krijgen in de drie verschillende gedragingen en de effecten daarvan, wordt het eenvoudiger om toe te werken naar een nieuwe, assertieve jij.
Assertief gedrag is op een rustige manier opkomen voor jezelf, zonder de ander daarbij onnodig te kwetsen:
* Je beschermt je rechten. Je respecteert rechten van anderen.
* Je bereikt je doel zonder anderen onnodig te kwetsen.
* Je bent tevreden met jezelf. Je hebt gepaste zelfwaardering.
* Je bent sociaal en expressief.
* Je kiest zelf.
* Je houding is relatieversterkend.
Subassertief gedrag is het onvoldoende voor jezelf opkomen:
* Je laat anderen misbruik van je maken.
* Je bereikt (vaak) je doel niet.
* Je voelt je gefrustreerd, gekwetst en geïrriteerd.
* Je stelt je aanpassend, voorzichtig en geremd op.
* Je laat anderen voor je kiezen.
* Je houding is op termijn relatieverstorend.
Agressief gedrag is zodanig voor jezelf opkomen dat je de ander daarbij onnodig kwetst:
* Je maakt misbruik van anderen.
* Je bereikt je doel ten koste van anderen.
* Je bent defensief, vechtlustig.
* Je toont geen respect voor anderen.
* Je reageert explosief, onvoorspelbaar en vijandig.
* Je bemoeit je met de keuzes van anderen.
* Je houding is relatieverstorend.
Leren van jezelf, leren van anderen
Leuk deze rijtjes, waarbij je mogelijk per omschrijving direct een gezicht van iemand voor je hebt. Maar hoe vertaal je dit nu naar jezelf? Naar je eigen assertiever handelen?
Probeer de komende periode eens of je de interpretaties die je maakt van het gedrag van anderen, kunt onderbouwen met observaties. Wat zijn de feiten en wat zijn conclusies die je er zelf aan verbindt?
Observeer vervolgens mensen die je bewondert om hun assertiviteit en zelfvertrouwen. Hoe brengen zij hun boodschap? En op welke manier ondersteunen zij die boodschap via hun non-verbale gedrag. Wat kun je daarvan leren?
Durf grenzen te stellen
Anderen nemen de ruimte in, die jij ze geeft. Als je zelf niet aangeeft wat je denkt, voelt en wilt, nodig je anderen uit over je heen te lopen. Dit gebeurt niet uit kwade wil, maar omdat zij niet weten wat er in je om gaat en waar jouw grenzen liggen. ‘Assertief zijn’ wil niet zeggen dat je altijd maar probeert je zin te krijgen. Het wil zeggen dat je helder aangeeft hoe je over iets denkt en wat je wilt.
Wanneer je niet gewend bent voor jezelf op te komen, zul je het moeilijk vinden dit opeens wel te doen. Je bent misschien bang dat anderen je niet meer zullen mogen. Maar uiteindelijk vergroot je juist je zelfrespect en het respect van anderen voor je gevoelens en wensen wanneer je deze rustig en duidelijk naar voren brengt.
Spreek daarbij in de ik-vorm en maak je boodschap zo concreet mogelijk. Gebruik zoveel mogelijk het werkwoord ‘willen’ in plaats van ‘niet kunnen’ of ‘moeten’.
Vond je dit interessant? Wellicht is dit dan iets voor jou: